Een goede houding is ‘borst naar voren en schouders naar achter’ – klopt dat wel? (artikel voor paramedici)

Iedere fysiotherapeut, oefentherapeut en ergotherapeut weet dat een verkeerde houding klachten kan veroorzaken. Zo kan een versterkte thoracale kyfose er voor zorgen dat de cervicale lordose versterkt en de schouders opgetrokken worden. Met als gevolg een verhoogde tonus op de nek- en schoudermusculatuur. Als een patiënt met een versterkte thoracale kyfose en cervicale lordose last heeft van nek- / schouderklachten dan wordt vaak het advies gegeven om de houding te verbeteren. Het advies wat dan vaak wordt gegeven is om de bovenrug te strekken door de borst naar voren te drukken en de schouders naar achteren te trekken. Helaas heeft dit maar zelden het gewenste effect.

Het gewenste effect is dat de nek- en schouderspieren gaan ontspannen. Maar dat gebeurt niet door je borst naar voren te drukken en je schouders naar achter te trekken. Sterker nog: wanneer je een patiënt zijn schouders naar achter laat trekken komt er zelfs meer spanning op zijn m. rhomboideus, m. trapezius en m. levator scapulae te staan.  Deze spieren heb je namelijk nodig om je schouders naar achter te trekken. Als je er goed over nadenkt is dat ook logisch maar toch gaat het nog heel vaak fout. Hoe kan dat?

Als je wilt weten waar je moet insteken als je iemands houding wilt corrigeren moet je eerst heel goed kijken waar het mis gaat. Over het algemeen wordt met een goede houding bedoeld dat een persoon beweegt met zijn wervelkolom in de fysiologische curven en dat daarbij de schoudergordel zo veel mogelijk ontspannen rust op de thorax. De m. rhomboideus, m. trapezius en m. levator scapulae hoeven dus niet aan te spannen om de wervelkolom in deze vorm te houden. Dit is immers niet hun functie.

Tekening van iemand die krom staat.Staat een mens rechtop met zijn wervelkolom in de fysiologisch curven dan kan een loodlijn getrokken worden door het schoudergewricht, het heupgewricht en het enkelgewricht (Spieren, F.P. Kendall en E. Kendall McCreary). Staan deze gewrichten niet in lijn dan kan dat een indicatie zijn dat de fysiologische curven verstoord zijn. Hiernaast zie je een illustratie van een verstoring in deze loodlijn. Het heupgewricht staat in dit geval voor het enkelgewricht en het schoudergewricht achter het enkelgewricht. Wat we tevens kunnen waarnemen is dat er laaglumbaal sprake is van een versterking van de lordose (hyperextensie) en een versterking van de thoracale kyfose (flexie).

 

Als je dit wilt corrigeren – waar moet je dan beginnen? Het is belangrijk om te gaan corrigeren op basis van wat je hebt geobserveerd. We hebben gezien dat het heupgewricht en daarmee het bekken naar voren staat ten opzichte van het enkelgewricht. Je zou dus kunnen beginnen om het bekken naar achter te verplaatsen, zodat deze loodrecht boven het enkelgewricht komt. Dit is een beweging vanuit het heupgewricht en de enkel (let op:  dit is iets anders dan bekken kantelen!). Vervolgens kan de lumbale lordose worden gecorrigeerd door van hyperextensie naar een neutrale lordose te gaan. Daarbij komt meteen de bovenrug mee naar voren waardoor ook de schouder in de loodlijn komt. De thoracale wervelkolom kan worden gestrekt tot de neutrale kyfose. In de afbeelding zie je het resultaat van deze correctie.

Tekening zijaanzicht: hangend in de gewrichtsbanden en recht staan.Correcties:

  • Bekken vanuit de enkel en heup naar ventraal verplaatsen tot boven de enkel
  • Correctie lumbale lordose door thorax naar voren te bewegen tot schouder boven de heup staat
  • Extensie thoracale wervelkolom met ontspannen schoudergordel

 

 

De m. rhomboideus, m. trapezius en m. levator scapulae kunnen nu ontspannen waardoor de schoudergordel in een neutrale positie kan rusten op de thorax. Door deze correctie komen ook de armen neutraal te hangen in het glenohumeraalgewricht (een voorwaarde om ze neutraal op te tillen). Zouden we deze persoon de instructie hebben gegeven ‘borst naar voren en schouders naar achter’ dan had dat waarschijnlijk geresulteerd in een lumbothoracale hyperextensie, retractie van de schoudergordel en een exorotatie glenohumeraal. Met als resultaat eerder meer dan minder klachten.

Interfysiek verzorgt cursussen over bewegingsketens. Wil je hier meer over leren? Kijk dan eens op https://www.interfysiek.nl/post-hbo-cursussen/

This entry was posted in Algemeen. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

drie × vijf =

*

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.